flashcards di Vacanze

Aktionsverben

52 flashcard stampabili in Duits per l'apprendimento dell'argomento Werkwoorden
  • drücken - knijpen
  • pressen - drukken
  • übergiessen - gieten
  • öffnen - openen
  • sägen - zagen, ik zaag
  • treten - schoppen
  • sich übergeben! - omhoog gooien
  • zur Sprache bringen - opbrengen
  • singen - zingen
  • ausblenden - verstoppen
  • kämmen - kammen
  • zerreißen - scheuren
  • fischen - vissen
  • sitzen - zitten
  • hinzufügen - optellen
  • sammeln - verzamelen
  • trocknen - drogen
  • stehen - staan
  • schießen - schieten
  • bauen - bouwen
  • klopfen - kloppen
  • tanzen - danzen, ik dans
  • ziehen - slepen
  • fixieren - repareren
  • klatschen - klappen
  • niesen - niezen, ik nies
  • kratzen - krabben
  • Aktionsverben - Werkwoorden
  • flüstern - fluisteren
  • werfen - gooien
  • hängen - hangen
  • herausgucken - naar buiten kijken
  • sich die Nase putzen - blazen, ik blaas
  • sich kümmern - zorgen voor
  • geben - geven
  • schenken - gift, cadeau
  • halten - vasthouden
  • blasen - blazen, ik blaas
  • einblick in - er in kijken
  • sonnenbaden - zonnebaden
  • starten - lanceren
  • spiel das Klavier - piano spelen
  • spielen - spelen
  • schaukeln - schommel
  • stellen - er in leggen
  • graben - graven, ik graaf
  • füttern - voeren
  • rasen mähen - maaien
  • streichen - schilderen
  • abbeißen - bijten
  • liegen - liggen
  • fangen - vangen
Scarica le Flashcards di Werkwoorden
abbeißen flashcards illustrate Aktionsverben flashcards illustrate ausblenden flashcards illustrate

Movimiento

20 flashcard stampabili in Duits per l'apprendimento dell'argomento Werkwoorden van beweging
  • laufen - rennen
  • Movimiento - Werkwoorden van beweging
  • krabbeln - kruipen
  • springen - springen
  • schwimmen - zwemmen
  • reiten - een paard berijden
  • Fahren - rijden
  • Fliegen - vliegen
  • Gehen - gaan
  • tragen - dragen
  • rutschen - naar beneden komen
  • Fallen - valen
  • Ziehen - trekken
  • Jagen - jezelf achtervolgen
  • Gehen - wandelen
  • Rudern - rij
  • klettern - beklimmen
  • tauchen - duiken
  • drücken - duwen
  • Rollen - rollen
Scarica le Flashcards di Werkwoorden van beweging
drücken flashcards illustrate Fahren flashcards illustrate Fallen flashcards illustrate

Alltagsaktivitäten

34 flashcard stampabili in Duits per l'apprendimento dell'argomento Routine verbum
  • sitzen auf dem töpfchen - op het potje zitten
  • pipi machen - pissen
  • kacken - poep
  • schuhe binden - veters strikken
  • kochen - koken
  • füttern - voeden
  • einkaufen - ga winkelen / boodschappen doen
  • entspannen - ontspannen
  • aufwachen - word wakker
  • zähne putzen - tanden poetsen
  • fernsehen - televisie kijken
  • rauchen - roken
  • mit Freunden spielen - met vrienden spelen
  • arbeiten - werken
  • kehren/ fegen - vegen
  • staubsaugen - vacuüm
  • abwaschen - was doen
  • bügeln - strijken
  • gießen - water geven
  • spritzen - spatten
  • schminken - make-up opdoen
  • Haare schneiden - haar laten knippen
  • rasieren - scheren
  • Alltagsaktivitäten - Routine verbum
  • essen - eten
  • trinken - drinken
  • waschen - wassen
  • schlafen - slaap
  • putzen - schoonmaken
  • verkleiden - aankleden
  • anziehen - doe schoenen aan
  • zuknöpfen, aufknöpfen - knoop de knoppen
  • duschen - een douche nemen
  • baden - een bad nemen
Scarica le Flashcards di Routine verbum
abwaschen flashcards illustrate Alltagsaktivitäten flashcards illustrate anziehen flashcards illustrate

Verben Zustand

24 flashcard stampabili in Duits per l'apprendimento dell'argomento Staat werkwoorden
  • angst haben - bang zijn voor
  • schlagen - verslaan
  • schreien - schreeuw
  • Verben Zustand - Staat werkwoorden
  • verteidigen - verdedigen
  • denken - denken
  • gähnen - gapen / geeuw
  • wütend sein - boos zijn
  • rufen - roepen
  • haben - hij houdt de sleutel vast/ een sleutel vasthouden
  • grimasse machen - is aan het dollen / gek worden
  • sehen - kijken naar
  • riechen - snuift/ ruiken
  • umarmen - knuffelen
  • hinfallen - viel
  • küssen - zoen
  • verwechseln - verwarren
  • hören - horen
  • lachen - lachen
  • weinen - huilen
  • aussehen - kijken
  • beten - bidden
  • träumen - dromen
  • zeigen - laten zien
Scarica le Flashcards di Staat werkwoorden
angst haben flashcards illustrate aussehen flashcards illustrate beten flashcards illustrate

Schede Vacanze in attesa di creazione

Creare carte
in Duits
flashcards di Accesorios de Dormitorio
Accesorios de Dormitorio  flashcards

Controlla altri set di flashcard Duits stampabili!

Non ci sono più set di flashcard Duits.
Ma potete andare alla sezione di
flashcards di Nederlands e tradurli in Dansk.

Iscriviti alle Flashcard per bambini

Appuntiamo le schede didattiche Flash su Pinterest

Schede visive sugli Helligdage per bambini (130 schede in Duits)