Frukt
20 Zweedse afdrukbare flashcards voor het leren van het onderwerp Fruit
- mango - mango
- apelsin - sinaasappel
- persika - perzik
- sharonfrukt - persimmon
- ananas - ananas
- granatäpple - granaatappel
- päron - peer
- plommon - pruim
- vindruvor - druiven
- guava - guava
- banan - banaan
- äpple - appel
- aprikos - abrikoos
- avokado - avocado
- kokosnöt - kokosnoot
- dadlar - dadel
- grapefrukt - pompelmoes
- kiwi - kiwi
- citron - citroen
- lime - limoen