Verbi d'azione
51 Italiaansee afdrukbare flashcards voor het leren van het onderwerp Werkwoorden
- stringere - knijpen
- premare - drukken
- rovesciare - gieten
- aprire - openen
- sega - zagen, ik zaag
- dare un calcio - schoppen
- tirare a sorte - omhoog gooien
- allevare - opbrengen
- cantare - zingen
- nascondere - verstoppen
- pettinare - kammen
- strappare - scheuren
- pescare - vissen
- sedersi - zitten
- aggiungere - optellen
- raccogliere - verzamelen
- asciugare - drogen
- stare inpiedi - staan
- sparare - schieten
- costruire - bouwen
- bussare - kloppen
- ballare - danzen, ik dans
- trascinare - slepen
- aggiustare - repareren
- battere le mani - klappen
- sternuzzare - niezen, ik nies
- grattare - krabben
- sussurro - fluisteren
- tirare - gooien
- passare il tempo - hangen
- fa capolino - naar buiten kijken
- soffiare il naso - blazen, ik blaas
- curare - zorgen voor
- dare - geven
- regalare - gift, cadeau
- tenere - vasthouden
- soffiare - blazen, ik blaas
- guardare dentro - er in kijken
- prendere sole - zonnebaden
- lanciare - lanceren
- suonare il pianoforte - piano spelen
- giocare - spelen
- dondolare - schommel
- mettere - er in leggen
- scavare - graven, ik graaf
- dare da mangiare - voeren
- tagliare l'erba - maaien
- pitturare - schilderen
- mozzicare - bijten
- corricare - liggen
- acchiappare - vangen