Verbos de Ação
51 Portugeese afdrukbare flashcards voor het leren van het onderwerp Werkwoorden
- espremer - knijpen
- pressionar - drukken
- despejar - gieten
- abrir - openen
- cortar - zagen, ik zaag
- chutar - schoppen
- atirar - omhoog gooien
- levantar - opbrengen
- cantar - zingen
- esconder - verstoppen
- pentear - kammen
- rasgar - scheuren
- pescar - vissen
- sentar - zitten
- somar - optellen
- colher - verzamelen
- secar a roupa - drogen
- em pé - staan
- atirar - schieten
- construir - bouwen
- bater - kloppen
- dançar - danzen, ik dans
- puxar - slepen
- arranjar - repareren
- bater palmas - klappen
- espirrar - niezen, ik nies
- coçar - krabben
- segredar - fluisteren
- atirar - gooien
- pendurar - hangen
- espreitar - naar buiten kijken
- assoar o nariz - blazen, ik blaas
- acariciar - zorgen voor
- dar - geven
- presente - gift, cadeau
- dar as mãos - vasthouden
- soprar - blazen, ik blaas
- olhar - er in kijken
- apanhar sol - zonnebaden
- lançar - lanceren
- tocar piano - piano spelen
- brincar - spelen
- andar de baloiço - schommel
- colocar - er in leggen
- enterrar - graven, ik graaf
- alimentar - voeren
- cortar - maaien
- pintar - schilderen
- morder - bijten
- deitar - liggen
- apanhar - vangen