Tegenstellingen
73 Néerlandaise afdrukbare flashcards voor het leren van het onderwerp Mot Opposés
- kort - court
- hoog - haut
- laag - bas
- snel - rapide
- traag - lent
- dik - épais
- dun - fin
- vet - gros
- slank - mince
- ouderen - âgée
- jong - jeune
- kunstmatig - artificielle
- levend - vivante
- droog - sec
- nat - humide
- glad - lisse
- met stekels - barbelés
- warm - chaud
- koud - froid
- donker - de couleur sombre
- licht - de couleur claire
- open - ouverte
- dicht - fermée
- sterk - fort
- zwak - fragile
- giftig - toxique
- eetbaar - comestible
- gelukkig - heureux
- verdrietig - triste
- zoet - doux
- zuur - acide
- stijl haar - droites
- gekruld - bouclées
- Tegenstellingen - Mot Opposés
- bovenste - supérieur
- onderste - inférieur
- gekleed - habillé
- naakt - non habillés
- lief - aimable
- gemeen - méchants
- het volume - volume
- het oppervlak - plat
- de curve - courbe
- plat haar - droite
- gekleurd - la couleur
- zwart-wit - noir et blanc
- scherp - pointu
- versleten - émoussé
- mooi - beau
- lelijk - laid
- rechts - à droite
- links - à gauche
- moeilijk - difficile
- gemakkelijk - simple
- rijk - riche
- arm - pauvre
- groot - grand
- klein - petit
- nieuw - nouveau
- oud - vieux
- zwaar - lourd
- licht - léger
- rijp - mûre
- verrot - pourri
- zacht - doux
- hard - dur
- proper - propre
- vuil - sale
- veel - beaucoup
- weinig - peu
- vol - plein
- leeg - vide
- lang - long
