Werkwoorden
51 Flashcards imprimíveis em Dutch para aprender o tópico Verbos de Ação
- knijpen - espremer
- drukken - pressionar
- gieten - despejar
- openen - abrir
- zagen, ik zaag - cortar
- schoppen - chutar
- omhoog gooien - atirar
- opbrengen - levantar
- zingen - cantar
- verstoppen - esconder
- kammen - pentear
- scheuren - rasgar
- vissen - pescar
- zitten - sentar
- optellen - somar
- verzamelen - colher
- drogen - secar a roupa
- staan - em pé
- schieten - atirar
- bouwen - construir
- kloppen - bater
- danzen, ik dans - dançar
- slepen - puxar
- repareren - arranjar
- klappen - bater palmas
- niezen, ik nies - espirrar
- krabben - coçar
- fluisteren - segredar
- gooien - atirar
- hangen - pendurar
- naar buiten kijken - espreitar
- blazen, ik blaas - assoar o nariz
- zorgen voor - acariciar
- geven - dar
- gift, cadeau - presente
- vasthouden - dar as mãos
- blazen, ik blaas - soprar
- er in kijken - olhar
- zonnebaden - apanhar sol
- lanceren - lançar
- piano spelen - tocar piano
- spelen - brincar
- schommel - andar de baloiço
- er in leggen - colocar
- graven, ik graaf - enterrar
- voeren - alimentar
- maaien - cortar
- schilderen - pintar
- bijten - morder
- liggen - deitar
- vangen - apanhar